-
1 neerzien
-
2 neerzien
-
3 neerzien
-
4 neerzien
v. look down -
5 op zijn minderen neerzien
op zijn minderen neerzien -
6 minachtend op iemand neerzien
minachtend op iemand neerzienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > minachtend op iemand neerzien
-
7 laag op neerzien
прил.общ. (iem.) смотреть презрительно на (кого-либо), (iem.) смотреть свысока на (кого-либо) -
8 op neerzien
гл.общ. (iem.) смотреть (на кого-л.) сверху вниз -
9 dédaigner
dédaigner [deedenjee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verachten ⇒ neerzien op, versmaden, afslaan♦voorbeelden:il ne dédaigne pas les compliments • hij hoort graag een prijzend woordv1) verachten, neerzien (op) -
10 опускать глаза
vgener. neerkijken, neerzien -
11 смотреть вниз
vgener. afkijken, afzien, neerkijken, neerzien -
12 смотреть презрительно на
vgener. laag op (iem.) neerzien (кого-либо)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > смотреть презрительно на
-
13 смотреть сверху вниз
vgener. (на кого-л.) op (iem.) neerzienRussisch-Nederlands Universal Dictionary > смотреть сверху вниз
-
14 смотреть свысока на
vgener. laag op (iem.) neerzien (кого-либо)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > смотреть свысока на
-
15 contempt
n. verachting, minachting; verachting (van de rechtbank)[ kəntem(p)t]1 min/verachting ⇒ geringschatting♦voorbeelden:1 〈 juridisch〉 contempt of court • 〈 letterlijk〉minachting voor de rechtbank, contempt of court 〈 in Angelsaksisch recht, strafbare weigering de instructies van de rechtbank op te volgen〉have/hold something in contempt • neerzien op iets, iets min/verachtenbeneath contempt • beneden alles -
16 have/hold something in contempt
have/hold something in contemptneerzien op iets, iets min/verachten -
17 опускать глаза
vgener. neerkijken, neerzien -
18 смотреть вниз
vgener. afkijken, afzien, neerkijken, neerzien -
19 смотреть презрительно на
vgener. laag op (iem.) neerzien (кого-либо) -
20 смотреть сверху вниз
vgener. (на кого-л.) op (iem.) neerzien
- 1
- 2